- verzwakken
- {{verzwakken}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [zwak(ker) maken] affaiblir♦voorbeelden:1 de koopkracht verzwakken • affaiblir le pouvoir d'achattegenstellingen verzwakken • atténuer les contrastesII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [zwak(ker) worden] faiblir♦voorbeelden:1 zijn lichaam is zeer verzwakt door de koorts • la fièvre l'a beaucoup affaibli, physiquementzijn positie is zeer verzwakt • sa position s'est fortement affaiblie
Deens-Russisch woordenboek. 2015.